Geen “one size fits all” bij beleid om ongewenst gedrag te voorkomen

Geen “one size fits all” bij beleid om ongewenst gedrag te voorkomen

Ongewenst gedrag en beleid om dit te voorkomen blijft de gemoederen bezighouden in Nederland. Uit onderstaand artikel van Arbo-online wordt ook weer duidelijk dat er geen standaardoplossing is en dat het inventariseren van de risicofactoren een eerste stap is op weg naar een veilig werkklimaat.

 

Ongewenst gedrag: zoek eerst de risicofactoren, neem dan de juiste maatregelen

Na medialand volgen al snel politici, de sportwereld, het onderwijs en andere beroepsgroepen. Er wordt geroepen om de verplichtstelling van een vertrouwenspersoon en een klachtenregeling.

Komt het nu echt overal voor? En is zo’n vertrouwenspersoon of klachtregeling dé oplossing?
Ja, ongewenst gedrag kan inderdaad overal voorkomen. Daar waar mensen met elkaar samenwerken bestaat er altijd een risico op ongewenst gedrag en dus op seksuele intimidatie.

Volstaat een vertrouwenspersoon of een klachtenregeling om dit te voorkomen?
Nee, zeker niet. Dit zijn hele goede maatregelen, maar laten we eerst een stapje teruggaan. Wat maakt dat dit ongewenste gedrag op de werkvloer een kans krijgt? Hoe kunnen we het preventief aanpakken?

En hier wordt het interessant!

Veilig werkklimaat begint bij inventarisatie risico’s
Iedere organisatie is wettelijke verplicht om een sociaal veilig werkklimaat te creëren. Dat begint door een goede inventarisatie van het risico op ongewenst gedrag. Door de factoren en onderliggende mechanismen te onderzoeken die het risico op ongewenst gedrag vormen.

Uit de praktijk van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) blijkt helaas dat veel organisaties het risico op ongewenst gedrag niet of verkeerd inventariseren. Zo besteden zij bijvoorbeeld meer aandacht aan het inventariseren van de uitingsvormen van ongewenst gedrag of de gevolgen voor de organisatie, dan aan de factoren en mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan of verhogen van het risico op ongewenst gedrag. Daardoor ontbreken ook vaak passende maatregelen.

We horen en lezen over machtsverhoudingen, cultuur, leiderschap en heersende sociale normen in organisaties die leiden tot ongewenst gedrag. Het is van belang deze factoren en mechanismen te kennen en ook te kunnen interpreteren. Pas dan zijn maatregelen mogelijk. Moet er een vertrouwenspersoon worden aangesteld of is een ombudspersoon beter? Is er een training nodig of kan er beter een coach worden ingezet? Is er al een organisatienorm of moet die er nog komen?

Onderliggende mechanismen? En welke maatregelen?
De Basisinspectiemodule Intern ongewenst gedrag van de NLA geeft organisaties op dit moment al inzicht in hoe zij hun beleid kunnen optimaliseren. Maar het kan nog beter.

Daarom verricht de NLA momenteel een onderzoek naar onderliggende mechanismen en maatregelen rondom intern ongewenst gedrag. De uitkomsten hiervan bieden werkgevers en deskundigen meer handvatten om de risicofactoren goed in beeld te brengen en maatregelen te bepalen. Dit voorjaar wordt het onderzoek afgerond en gepubliceerd, gevolgd door kennissessies. Kortom, hou het in de gaten!

Bron: Arbo-online 30-03-2022
Marjolein Uiterwijk | specialist Arbeid en Organisatie bij het Inspectiebreed Kenniscentrum, Nederlandse Arbeidsinspectie